(1 juni 2022)
Alles moet anders. Het is de vloek van het huidig tijdsgewricht. Nieuw, nieuw, nieuw. Het aards bestaan gereduceerd tot een aaneenrijging van reclameboodschappen. We zijn voortdurend in beweging. En waarom? Weten we niet. Dondert ook niet. Maakt niet uit wat er verandert, of hoe. Als het maar verandert. Het dictaat van de marktstrateeg.
Ooit was er dan nog een plek waar je vluchten kon. De natuur, waar je op adem kon komen. Dat is voorbij. In de eeuwige jacht op geld is de natuur het nieuwe wingebied van de profiteur. De natuurbeheerder – zo deze die naam al verdient – is allang niet meer iemand die zich geroepen weet om ons natuurschoon als ons kostbaarste goed te beheren en te beschermen en waar nodig te onderhouden. Dat is oude koek. De natuur is als een pak wasmiddel dat moet worden verkocht. Het moet iedere keer weer opnieuw in de markt gezet. Dat betekent steeds weer een ander jasje: de natuur als pretpark, dan weer als kunstgalerij of als crossbaan voor mountainbikers. Of er moet iets nieuws in, nieuwe soorten, vogels hagedissen, hekrunderen, you name it. En schapen, vooral veel schapen. En die beesten die zich hier al eeuwen niet meer hebben laten blikken, die gaan we herintroduceren. Dat heet historisch verantwoord. Het oude landschap moet terug. Flauwekul natuurlijk, maar dat verhaal verkoopt als tropisch hardhout: het oude landschap zoals het hier was, een eeuw of wat geleden, met allemaal historisch verantwoorde beesten daarin: korhoenders, nachtzwaluwen, patrijzen, fazanten. Wat ooit een aardig idee geleken had, is nu een onontkoombare wet.
Kijk, dat de mosasaurus niet langer in de Maas rondspookt en dat de holenbeer, de mammoet en de sabeltandtijger hier niet langer over de woeste vlakten trekken, dat heet evolutie. Beesten sterven nu eenmaal uit. Maar goed ook, anders zouden we met z’n allen van de planeet afknallen, nietwaar?
Nu zijn er figuren die dit betreuren, dat beesten uitsterven. Goed, dat er van deze crackpots bestaan met het benul van een pot pindakaas, dat kan ik billijken. Dat is een gegeven waarmee iedere samenleving nu eenmaal te dealen heeft. Dat is van alle tijden. Het beangstigende is echter dat er tegenwoordig nog grotere halve zolen zitten bij de overheid die dit soort beroepsidioten serieus nemen, die vinden dat de wolf moet herintegreren in het Nederlandse wildbestand. Welnee, dat is helemaal niet gevaarlijk. Die beesten zijn solitair, leven niet in roedels, dus als ze al een mens aanvallen, doen ze dat in hun eentje. Als ze dat al deden, maar dat doen ze niet. Vast niet. Nou ja, er zit wel eens een hondsdol stuk chagrijn tussen. Maar wanneer komt dat nou voor. Ga er nou maar van uit dat de meeste zich voorbeeldig zullen gedragen en een end bij ons uit de buurt blijven. Dus waar hebben we het eigenlijk over.
Het verbluffende is, dat vanaf het begin, bij het verschijnen van de eerste wolf in onze contreien, er geen enkele serieuze overweging was om het beest als de eerste de beste illegaal linea recta over de Duitse grens te zetten, richting toendra. Hoe haalt iemand het in zijn malle knar om hier een stelletje toppredators te inviteren. In een van de meest dichtbevolkte gebieden van Europa. Het is met een wolf als met een ongeluk: die komt nooit alleen. Wat dacht je van de aanzuigende werking. Hun tafeltje is gedekt: het stikt hier van de schapen, zwijnen, reeën. Nederland is een driesterrenrestaurant voor deze bijtgrage, eetlustige rovers. Zodat we binnen de kortste keren een wolvenplaag kunnen verwachten. Ter verheldering even een paar cijfers: in 2019 zijn 119 schapen door wolven gedood. In 2020 waren het er al 291. Meer dan twee keer zoveel. In de vorige winter werden er nog een handvol schapen gemolesteerd, een getal dat is opgelopen tot meer dan honderd deze winter. Van een drietal wolven is bekend dat ze ieder in één jaar zestig schapen voor hun rekening nemen. Dat is meer dan één schaap per week, per wolf. En dat is nog maar het begin. Ze zijn er nog maar net. Het wachten is op het moment dat zo’n beest – die net als de meeste pitbulls nog nooit eerder iets gedaan hebben – een bejaarde van zijn scootmobiel trekken. . Wat op zich ook weer niet zo’n probleem is. Daar rekenen de lammergieren wel weer mee af. Die zijn de eerstvolgende in de kleurrijke lijst van asielzoekers uit het dierenrijk die hier op een warm onthaal mogen rekenen.
Mocht u van plan zijn met uw gezinnetje een tochtje te willen maken op de hei, dan zou ik maar vast een kooi voorop de fiets monteren. Om uw kleuter in op te bergen.
© 2022