Bekijk het!

Taster

anne frank

Nou luister ik op de zondagochtend graag naar de radio. Door de week niet. Dan is er niks op. Alleen zaterdag en zondag hebben ze heuse programma’s. Iets over geschiedenis, bijvoorbeeld. En dat vind ik prachtig, geschiedenis. Als het maar niet aldoor dezelfde geschiedenis is. Want vorige week hadden ze waarachtig een stukje over Anne Frank. Alweer. 

ik denk, nou ga ik er wat van zeggen. Dus ik begin met die brief aan de VPRO, zo van: Is die redactie van jullie Joods of zo, dat die Anne Frank voor de driehonderdduizendste keer voorbij komt.

Maar al schrijvend , kom je aan het twijfelen. Kan je dat wel zo zeggen? Dat er geen trammelant van komt. Dus ik leg die brief voor aan mijn buurman. Die is weliswaar niet Joods maar heeft toevallig wel verstand van Joden. Dus hij bekijkt die brief en schudt. Hartstikke antisemitisch, zegt hij.

Waarom dan, zeg ik? Ik begrijp dat niet. Stel ik zit naar mijn favoriete cabaretprogramma te luisteren. Dat is ook op de zondag. En daar draaien ze weer eens iets van Rients Gratema. En ik beklaag me daarover, zo van: is die redactie soms Fries. Dat jullie steeds weer met die Gratema aan komen zetten… Ben ik dan anti-Fries? Krijg ik dan van die Friese knuppels op mijn dak, die Bonifatius erbij gaan slepen? Dat doen die Friezen niet. Die begrijpen dat wat ik zeg sarcasme is. Want Rients Gratema, best, hier en daar, zo tussen de bedrijven door. Maar je moet wel het huis bij de schuur houden. Vooral met Rients Gratema. 

Dat heb ik nou ook met die Anne Frank. Beroerd genoeg, wat er met dat kind gebeurd is, daar niet van. Toch denk  ik,zoveel van die bloedjes van kinderen in een oorlog, waarover niet de ene na de andere boekenplank wordt volgeschreven. En dat is nou precies waar ik me hebben wil: ik heb het wel gehad met al die lui die er een verdienmodel van gemaakt hebben, van Anne Frank. Dat is een hard merk geworden. Net als Opel, Calvé pindakaas, de maanlanding, het klimaat, de holocaust. En als ik dat zeg, doe ik toch niks af aan de holocaust?

Wat is dat toch met dat antisemitisme. Als ik een Jood beledig, ben ik een antisemiet. Beledig ik een Palestijn, ben ik verstandig. Tenminste als je een jood om zijn mening vraagt. Een Palestijn denkt daar weer anders over. Terwijl, een Palestijn is ook een semiet. Dus als een Palestijn antisemitisch is, discrimineert hij zichzelf net zo hard.

Ikzelf houd me niet voor een antisemiet. Mijn beste vrienden zijn Joden. Als ik vrienden zou hebben. Albert Einstein, Philip Roth, Woody Allen, Jerry Seinfeld , somaar een paa Joden die ik hoog heb zitten. Zo zou ik nog wel even door kunnen gaan: Ischa Meijer, Clairie Polak, Micha Wertheim, allemaal figuren die ik fantastisch vind – behalve die laatste, want die heeft de onhebbelijke gewoonte om nooit is bij mij in de buurt op te treden zodat ik altijd een hotel bij moet boeken. Afgezien dan van die laatste ben ik geen antisemiet. Goed, mijn volk heeft aan die deportaties meegewerkt. Excuses daarvoor – dat is verplicht, tegenwoordig, sorry zeggen voor iets wat jezelf niet gedaan hebt. Tegen mensen die het zelf niet hebben meegemaakt. Dat schijnt ongelooflijk veel nut te hebben. Nogmaals, ik ben niet antisemitisch. Ik ben kritisch. Dat is heel wat anders. Ik geef af op iedereen. En als ik de joden daarvan uit zou sluiten, zou ik ze discrimineren, toch? Al hebben ze de shoa meegemaakt. Omdat je familie of je landgenoten iets gruwelijks hebben doorstaan, verheft jou dat toch niet boven alle kritiek? 

Zou ik al discrimineren. Per ongeluk. Daar zijn ze toch zelf ook niet vies van, die semieten. Neem die premier. Netanyahu. Niet voor niks kan hij het zo goed vinden met die Orban en die andere neonazi’s. Heim ins Reich, dat zou Mozes gezegd kunnen hebben toen hij Kana’an binnentrok – niet in het Duits, natuurlijk. Alle Menschen werden Brüder, dat zal hij zeker niet gedacht hebben, toen hij in naam van jehova alle stammen daar tot de laatste man uitroeide. Blut und Boden. Ons volk is uitverkoren. Daarom is dat onze grond. Wij waren eerder. Zo’n zesduizend jaar eerder. Dus, opgehoepeld. En dat apartheidsregime, dat ze van ons afgekeken hebben. Wat dacht je daar van.

In plaats van je steeds te beklagen, zou je ook met elkaar kunnen kijken hoe je er een eind aan kunt maken, aan dat antisemitisme. En dat kan makkelijk. Door Er één volkje van te maken. Je breekt die muur af – niet de klaagmuur, natuurlijk, anders hebben die bolhoeden niks om tegen te jammeren. Die andere muur. We trekken de hele boel aan elkaar, Israel, en de homelands, de gazastrook, de westoever. En dat noemen we Palestrael. Voordat ze gaan bakkeleien over de taal: iedereen mag zijn eigen lingo blijven gebruiken. En als gemeenschappelijke voertaal gebruiken we Spaans. We  laten een Deense koning invliegen als hoofd van deze constitutionele monarchie. Iedereen blij, want alle heilige grond is van iedereen. Iedereen dezelfde rechten en plichten. En voordat ze allemaal beetje fatsoenlijk Spaans kleppen, zijn ze vergeten waar het nou ook weer eigenlijk over ging. Geen Joden meer, geen Palestijnen maar Palestraella. Wat een rust. En als dit niet werkt, verklaren we ons allemaal semiet. Geen wit, zwart of orientaal, allemaal één familie, allemaal één ras, afstammelingen van de chimpansee. 

© 2022